“Ik heb gezien dat het gewoon wérkt als mensen met een beperking hun eigen keuzes kunnen maken. Dat hun belangrijkste rol niet die van ‘de cliënt’ is, maar dat zij in de eerste plaats broer, zus, kind, vriend(in) en mens zijn.”
Interview met Hans Kroon, Onderaannemer bij ClientondersteuningPLUS
Hans Kroon is bijna vanaf het eerste uur betrokken bij ClientondersteuningPLUS. Met bijna veertig jaar werkervaring in de (gehandicapten)zorg en de psychiatrie besloot hij zijn kennis en netwerk in te gaan zetten als cliëntondersteuner. Hij ondersteunt voornamelijk (ouders van) mensen met een verstandelijke beperking en maakt deel uit van het Kennisteam Nieuw Perspectief. Als een situatie erg complex is, kom je al snel bij hem uit. Zoals mensen met een verstandelijke beperking die niet in een instelling passen of die gedrag vertonen wat hen in conflict brengt met anderen. Hans ondersteunt hen en hun families en zoekt naar oplossingen en connecties buiten de gebaande paden.
Mensen hun eigen leven laten opbouwen
“Ik ben niet de cliëntondersteuner die er gelukkig van wordt om mensen in te schrijven bij een instelling. Ik heb lang in instellingen gewerkt en gezien hoe sommige mensen verloren raken in zo’n systeem. Mensen worden gezien als ‘cliënt’ en niet meer als individu of als mens. Mensen met een beperking willen óók hun eigen keuzes kunnen maken, hun eigen leven opbouwen. Ik heb de afgelopen jaren regelmatig mensen geholpen die níet in een instelling wilden wonen. Dat is behoorlijk ingewikkeld om te regelen, maar als we daarin slagen zie je mensen echt tot bloei komen. Ik heb zelfs gezien dat ‘moeilijk gedrag’ een stuk minder moeilijk bleek te zijn. Als mensen (met behulp van hun familie) hun eigen leven kunnen opbouwen, dan levert dat een hogere kwaliteit van leven op. Het werkt gewoon.”
De spin in het web
“Ik werk veel samen met professionals binnen en buiten ClientondersteuningPLUS. Ik denk dat het beter is om met meer ogen naar een complex verhaal te kijken, dan kan iedereen doen waar hij of zij goed in is. Ik kan goed praten en mensen met elkaar in contact brengen. Maar ik hoef niet overal deskundig in te zijn. Eén van mijn cliënten wilde graag meer informatie over braces, dus bracht ik haar in contact met mijn collega Janine Budding. Zij is fysiotherapeut geweest en weet daar veel meer over dan ik. Als een casus erg complex is, is het soms nodig om nog verder te gaan dan dat. Ik heb een groot netwerk door mijn jarenlange werkervaring in de zorg en heb ook contact met deskundigen die op een andere manier naar gedrag kijken. Als een situatie totaal vastgelopen is, moet je naar andere wegen zoeken. Die wegen breng ik bij elkaar.”
Low Arousal Approach
“Zo heb ik bijvoorbeeld contact gezocht met Engelse gedragsdeskundigen die veel meer naar de houding van begeleiders kijken en minder naar een programma binnen een instelling. Hun werkwijze heet Low Arousal Approach. In Nederland worden mensen met een gedragsprobleem voornamelijk vanuit het Triple-C model behandeld. Maar dat model past niet bij iedereen. Voor de mensen waar ik mee werk, is Triple-C vaak niet de uitkomst. De Low Arousal Approach is een persoonlijkere benadering. Ik heb deze deskundigen naar Nederland gehaald en in contact gebracht met families. We hebben ook samen een cursus georganiseerd voor begeleiders en andere mensen uit de gedragswereld. Dat hoort eigenlijk niet bij mijn werk als cliëntondersteuner, maar zorgt er hopelijk wel voor dat er op de langere termijn meer oplossingen zijn voor mensen met ingewikkeld gedrag.”
Investeren in de toekomst
“Ik denk dat ik dit of vergelijkbaar werk altijd zal blijven doen. Ik wil helpen om de Low Arousal Approach verder bekend te maken in Nederland, omdat ik graag wil investeren in de toekomst. Daarnaast ga ik binnenkort meewerken aan een boek over het belang van eigen (levens-)keuzes maken. Aan de hand van situaties die ik heb meegemaakt als cliëntondersteuner, laten we zien dat het gewoon wérkt als mensen met een beperking hun eigen keuzes kunnen maken. Dat hun belangrijkste rol niet die van ‘de cliënt’ is, maar dat zij in de eerste plaats broer, zus, kind, vriend(in) en mens zijn. Ik hoop dat we in de samenleving en in de zorgwereld een verandering teweeg kunnen brengen. En zo lang dat nog niet zo is, help ik deze mensen als cliëntondersteuner. Eén voor één.”