Remke van Staveren kiest een middenpositie tussen voor- of tegenstanders van psychofarmaca. In oktober verscheen haar boek Minder slikken. Véél minder. In deze bijdrage licht ze haar visie en manier van werken op de afbouwpoli van GGZ Noord-Holland-Noord toe.
Citaat Deviant: 23-11-2022 • Timo van Kempen • INTERVIEW
GGZ
“Artsen zijn scheutig met voorschrijven en hebben geleerd dat we geleidelijk moeten afbouwen”, zo zegt van Staveren in het interview van Deviant. Maar wanneer dan? En hoe dan precies? Dat staat nog steeds niet in de leerboeken beschreven. “Als we eerlijk zijn dan moeten we toegeven dat we in de GGZ nog altijd een heleboel niet weten”. Van Staveren spreekt over de GGZ, maar geldt niet exact hetzelfde binnen de (verstandelijk gehandicapten) VG sector en voor epilepsie patiënten in het bijzonder?
ClientondersteuninPLUS ondersteunt mensen in de WLZ die vastlopen in het systeem. Een deel van de cliënten die wij ondersteunen gebruiken psychofarmaca. Ook hele jonge kinderen met een moeilijk instelbare epilepsie of slaapproblemen in combinatie met een verstandelijke beperking.
Moeilijk instelbare epilepsie
De combinatie van epilepsie, moeilijk verstaanbaar gedrag en slaapproblemen, is geen vreemde in de VG sector. Vaak moeten alle zeilen bijgezet worden om deze cliënten goed bij te staan. Bij een duidelijk epileptisch beeld, aanvallen en een verstoord EEG start men met anti-epilepsie medicatie. Bij uitblijven van resultaat, wordt daar vaak een tweede, derde, vierde en meer, aan toegevoegd. In een snel tempo worden psychofarmaca opgebouwd en minder vaak, maar ook vaak in vlot tempo, weer afgebouwd. Hele jonge kinderen vaak op hele hoge doseringen van middelen die ook in de GGZ voor veel problemen zorgen bij het op- en afbouwen.
Wanneer artsen bij het afbouwen van medicatie doorgaans aangeven weinig houvast te kunnen bieden aan cliënten binnen de GGZ, is het dan misschien noodzaak om het op- en afbouwen binnen de VG sector ook mee te nemen in onderzoek en aandacht? In de praktijk is te zien dat veel mensen moeite hebben om te minderen of helemaal van medicatie af te komen. Cliënten en hun naasten worstelen al decennia met het op- en afbouwen van psychofarmaca. Zowel in de GGZ als bij epilepsie in de VG sector. Een deel van deze kinderen hebben levensbedreigende en levensduur verkortende aandoeningen.
Voldoende aandacht voor een zelfde probleem
Komt de wijze waarop er op en afgebouwd wordt met medicatie uit de hoek van de psychofarmaca de kwaliteit van leven van patiënten wel ten goede? Is er, ook aan het einde van het leven, voldoende aandacht voor de gevolgen van het langdurig gebruik van anti-epilepsie medicatie en psychofarmaca bij mensen binnen de VG sector? Een paar van vele vragen waar ouders van moeilijk instelbare epilepsiepatiënten met een verstandelijke beperking, heel graag meer aandacht voor zouden willen krijgen, wanneer zij hulp vragen bij het realiseren van voldoende aandacht en kwalitatief goede zorg voor hun ernstig zieke en vaak verstandelijk beperkte kind.